Warme winkel met lokale troeven

Alvo Freshville opende de deuren in 2021. Aan het roer staat Geert Vanden Meerssche. Zijn ouders baatten 30 jaar lang een supermarkt uit in Groot-Bijgaarden. Toen zij de winkel wilden overlaten, was Geert nog maar 18 jaar. Ook zijn zus zag op dat moment geen toekomst in de retail. Maar vijf jaar later kroop het supermarktbloed waar het niet gaan kan, en klopte Geert samen met zijn ouders aan bij Carrefour. 

“We hebben eerst een winkel in Tremelo overgenomen, later eentje in Baal en in Antwerpen”, vertelt hij. Tien jaar later wordt de afstand voor de familie Vanden Meerssche – die in de regio van Groot-Bijgaarden woont – te groot. “’s Morgens valt dat mee, want dan ben je voor de files weg. Maar ’s avonds was ik vaak pas na negen uur thuis."

"Daarom hebben we altijd gezegd: als we een locatie dichter bij huis vinden, dan gaan we ervoor.” Zo komt Geert in Lennik terecht, waar hij in 2021 Alvo Freshville opent. Waarom hij voor Alvo koos? “De marges liggen hoger, maar vooral: je krijgt veel meer zelfstandigheid. Dat sprak me op dat moment enorm aan.” 

Het was voor Geert heel belangrijk dat hij ook voor de inrichting van zijn winkel out of the box mocht denken. “Waarom kiest een klant voor jouw winkel en niet voor die van een concurrent? Voor de producten en prijzen, maar ook voor de uitstraling. We wilden daarom graag iets anders neerzetten, een concept met beleving én een warme sfeer.” 

Een binnenhuisarchitect van de firma Wanzl zorgde voor de inrichting in de Alvo van Geert. Wat meteen opvalt bij binnenkomst, zijn de mooie lampen boven de bakkerij, de hangplantjes boven het versgedeelte, de glanzende groene tegels … Ook de grote borden met foto’s en neonquotes zijn van de hand van Wanzl. Die wilde Geert er absoluut bij. 

De inspiratie voor de winkel kwam grotendeels van Van Eccelpoel in Herentals. “We zijn daar gaan kijken en ik wist meteen dat ik dit ook moest hebben. Op dat concept hebben we verder gebouwd. Ook het assortiment bij Van Eccelpoel sprak ons aan. Al besef ik dat we vandaag zo ver nog niet staan. De winkel is nu 750 m², maar ik voel dat we tegen onze limieten aanlopen. Een uitbreiding met zo’n 300 m², tot een kleine 1000 m², zou ideaal zijn. Vooral het versgedeelte verdient extra aandacht. Dat moet onze naam alle eer aandoen”, lacht hij. 

Zijn groenten en fruit, de bakkerij en kaastoog zijn nu al samen goed voor 65% van de omzet. “Kaas en charcuterie snijden we zelf. Traiteurproducten scheppen we uit, maar we bereiden nog niet zelf. Mijn vader en ik zijn slager van opleiding. Bij de start hadden we de droom om te beginnen met een eigen slagerij, maar dat is er niet van gekomen. Ik wilde eigenlijk starten met zo weinig mogelijk medewerkers”, geeft Geert toe.

“Als het niet marcheert, kunnen we nog altijd omschakelen en een slager zoeken. Maar voorlopig werkt het goed. Ik geloof dat een eigen slagerij zeker een meerwaarde zou zijn. Maar ja, wie weet wat de situatie binnen tien jaar zal zijn? We hebben de winkel alleszins volledig onderkelderd. Plaats voor een atelier is er in ieder geval.” 

Een warme inrichting? Check. Een ruim versaanbod? Ook check. Maar hoe tilt Geert de winkelbeleving naar een nog hoger niveau? “Via degustaties, productlanceringen en af en toe een barbecue of andere festiviteit. Elk jaar organiseren we in augustus een verjaardagsweekend met allerlei proeverijen. Ik probeer ook regelmatig de boeren of lokale producenten waar we mee samenwerken uit te nodigen. Zo brengen we onze lokale producten onder de aandacht en kunnen we hun lekkers hier laten proeven.” 

Die lokale producten staan netjes samen in de schappen. De charcuterie – die wel in de koeling ligt, uiteraard – komt van amper een kilometer verderop. “Je merkt dat er steeds meer vraag is naar lokale producten. Kijk naar de eitjes van ‘Marei, het kippenei’. Iedereen kent zaakvoerder Sven. En als je de keuze hebt, kies je voor wat je kent, toch?"

"Door die producten samen te zetten, behouden ze hun kracht. Als je ze verdeelt tussen de andere merken, verlies je dat effect. Natuurlijk, die grote merken hebben veel meer slagkracht voor reclame, maar zodra klanten het lokale product kennen, kiezen ze er ook bewust voor.” 

“We zitten best wel in een welvarende regio”, weet Geert. “Maar we hebben een heel divers publiek, met mensen van alle lagen van de bevolking. We zijn ook een van de weinige winkels in de buurt met openingsuren op zondag, en dat trekt volk van verder."

"Onze Alvo straalt misschien wat luxe uit, waardoor mensen denken dat het hier duurder is. Maar dat is zeker niet het geval. Integendeel. We zitten tussen een discounter en een duurdere supermarkt in. Ik vind het net mooi dat je in een ‘chique’ winkel ook voordelig kunt kopen.” 

Geerts grootste uitdaging? “Personeel. Al mag ik zeker niet klagen over mijn team. We hebben vier vaste medewerkers, aangevuld met zo’n vijftig flexi-jobbers en studenten. Die zijn nodig, zeker op zondag. Momenteel is dinsdag onze sluitingsdag, maar ik overweeg om ook dan te openen. Door de week vind je namelijk makkelijk volk om bij te springen.” 

En het leukste aan het uitbaten van een winkel? “Het zoeken naar de juiste producten, ze te koop aanbieden, evalueren en meebewegen met de trends. Zo ben ik in november overgestapt op remrijskasten. Het is een specifieke vorm van een CRU – een chambre de repos et de pousse – maar dan actiever en met meer controle."

"Zo’n investering is spannend. Je weet op voorhand niet of het zal werken. Iedereen bevestigt wel dat dat marcheert. Maar het zijn uiteindelijk wel mijn centen die ik erin steek. Nu, we zijn een half jaar verder en het marcheert effectief. Iets proberen en dan merken dat het werkt, dat geeft dat zoveel voldoening!”