In juni 2022 sloot de Vivaldi-regering een ‘arbeidsdeal’ met als doel de tewerkstellingsgraad op te krikken. Eén van de maatregelen is extra opleidingskansen creëren. Concreet heeft elke werknemer in een bedrijf met minstens 20 medewerkers vanaf 2024 recht op vijf opleidingsdagen per jaar. Bij ondernemingen tussen de 10 en 20 werknemers gaat het over één opleidingsdag per jaar.
Om iedereen van dat recht te laten genieten, zijn ondernemingen verplicht om tegen eind deze maand een ‘opleidingsplan’ op te stellen. In dat plan moet de werkgever uit de doeken doen hoe, waar en wanneer zijn personeel een opleiding kan volgen. Dat kan het aanbod op de eigen werkvloer maar ook buiten de bedrijfsmuren gebeuren. Wie zijn vijf dagen niet opsoupeert, kan die overzetten naar volgend jaar. Maar na maximum vijf jaar moet iedereen wel 25 opleidingsdagen doorlopen hebben, anders kan het bedrijf tegen de lamp lopen.
Momenteel staat er nog geen sanctie op nalatigheid door werkgevers. Maar als de sociale inspectie langskomt en inbreuken vaststelt, kan ze hiertegen wel actie ondernemen. Dat zorgt voor ongerustheid bij de bedrijven. Momenteel is iets meer dan de helft van de ondernemingen in orde en er is nog maar een kleine maand voor de deadline. Wat de werkgevers vooral zorgen baart, is het digitale registratieplatform waar de federale overheid aan timmert. Daarin moeten ondernemingen binnenkort alle opleidingen van hun werknemers registreren.
Maar de officiële lancering van het platform wordt nu uitgesteld, geeft minister Dermagne aan HLN aan: “De geplande datum verschuift van 1 april naar 1 juni. En pas tegen 1 december moeten werkgevers de opleidingsdagen voor dit kalenderjaar invullen”. De bedrijven krijgen dus nog even respijt, al spreekt werkgeversorganisatie UNIZO van 'schijnuitstel'.
Bron: Het Laatste Nieuws