Unizo trekt het debat over de versterking van de koopkracht open. De kmo- en zelfstandigenorganisatie pleit voor een uitbreiding van het systeem van flexi-jobs naar alle sectoren en wil dat flexi-jobbers meer kunnen verdienen in een jaar. Daarnaast moet het systeem van overuren versoepeld en vereenvoudigd worden.
Lees hieronder het artikel in Trends.
De vraag naar geschikte arbeidskrachten blijft een nijpend probleem, voornamelijk in West-Vlaanderen en Limburg. In maart 2024 waren er 2,4 actieve werkzoekenden per vacature. Steeds meer werkgevers en werknemers doen daarom een beroep op flexi-jobbers of laten hun medewerkers overuren presteren. Maar die systemen botsen volgens Unizo op hun grenzen.
Topman Danny Van Assche wil dat de volgende regering werk maakt van een versoepeling van die mogelijkheden van flexibele arbeid. “Daar is ruimte voor, want in vergelijking met andere landen zit België in de middenmoot voor de mogelijkheid van atypische en flexibele arbeidsregimes”, zegt Van Assche.
Volgens de meest recente cijfers hadden in de herfst van 2023 meer dan 129.500 Belgen een flexi-job. Het zijn ofwel gepensioneerden, ofwel mensen die minstens vier vijfde werken, en elders tegen gunstige voorwaarden bijverdienen. De werkgever betaalt 28 % patronale bijdragen, maar de werknemer betaalt geen sociale bijdragen. Het brutoloon is dus gelijk aan het nettoloon. Het inkomen van een flexi-job wordt ook niet beschouwd als een belastbare bezoldiging, waardoor de flexi-jobber door de extra inkomsten niet in een hogere belastingschaal terechtkomt.
Het stelsel is onlangs al bijgestuurd. Per jaar kunnen niet-gepensioneerden tot 12.000 euro belastingvrij verdienen als flexi-jobber. Wie meer verdient, wordt op dat deel belast zoals op het normale loon. Vervroegd gepensioneerden kunnen vanaf 2025 tot 7.190 euro per jaar flexi-jobben, zonder dat dit gevolgen heeft voor de uitbetaling van het pensioen. Bij een overschrijding van dat plafond wordt pensioengeld teruggevorderd.
Daarnaast geldt sinds 1 januari een beperking van de tewerkstelling bij een verbonden onderneming. Iemand die bijvoorbeeld vier vijfde in een winkel werkt, kan niet in een ander winkel van dezelfde eigenaar flexi-jobben. “De nieuwe voorwaarden zijn niet afgestemd op de realiteit”, zegt Van Assche. “Ze maken het systeem complexer, duurder en minder interessant."
"Unizo vraagt onder andere een schrapping van de beperking om te werken bij verbonden ondernemingen. Het jaarlijkse plafondbedrag van 12.000 euro fiscale vrijstelling voor niet-gepensioneerden moet worden losgelaten. Het is ook nodeloos ingewikkeld. Een onlinetool moet flexi-jobwerknemers helpen bij het bijhouden van hun inkomsten gedurende het jaar.”
Unizo komt met dit voorstel op een moment dat de partijen in de verkiezingscampagne pleiten voor koopkrachtbevorderende maatregelen. Van Assche: “De koopkracht van de Belgen is vorig jaar sowieso gestegen. Toch zijn maatregelen om werken beter te belonen welkom, zeker omdat de fiscale hervorming gestrand is. Met flexi-jobs kun je mensen die meestal zo goed als voltijds werken belonen omdat ze iets extra doen. Met deze voorstellen ondersteunt Unizo de koopkracht.”
Danny Van Assche, UnizoIn vergelijking met andere landen zit België in de middenmoot voor de mogelijkheid van atypische en flexibele arbeidsregimes.
Vereenvoudiging en versoepeling van overuren
In zijn verkiezingsmemorandum 'Krachtwerk' richt Unizo zijn pijlen ook op “een enorme complexiteit aan verschillende overurensystemen”. Er zijn de overuren met overloontoeslag, gewone vrijwillige overuren, relance-overuren. Bij sommige overuren moet inhaalrust worden toegekend, een toeslag worden betaald, of zijn er sociale bijdragen verschuldigd. In andere gevallen kan het net het tegenovergestelde zijn.
Zo zijn de relance-overuren – gelanceerd tijdens de coronapandemie en nog tot in 2025 mogelijk – financieel interessanter voor de werkgever én de werknemer. Er moet geen inhaalrust toegekend worden, er moet geen overloontoeslag betaald worden, ze worden niet in rekening gebracht voor de arbeidsduur of de interne grens (het maximale aantal overuren dat een werknemer op een gegeven moment mag gepresteerd hebben). Het presteren van die relance-overuren is vrijgesteld van sociale bijdragen en valt niet onder de personenbelasting voor de werknemer.
“Je hebt nu een systeem van 120 vrijwillige overuren en 120 relance-overuren, laat ons daar 240 relance-overuren van maken. Als je daarboven gaat, zit je weer in het klassieke systeem van overuren met overloontoeslag. Nu vallen 180 uren daarvan onder een gunstig fiscaal regime. Wel, maak er 240 van”, stelt Van Assche voor. “Die overuren zijn trouwens een manier om de facto te flexi-jobben bij de eigen werkgever. Ook hier moet een vereenvoudiging en versoepeling ervoor zorgen dat werken meer loont en de koopkracht toeneemt.”
Bron: Trends