Werkplekleren

Dat systeem van duaal leren ging vijf jaar geleden in Vlaanderen van start. Het aantal leerlingen dat duaal leert, steeg in die periode van 128 naar meer dan 1700. Op 469.000 studenten in het secundair onderwijs blijft dat een kleine groep. Tellen we de leertijdstudenten en de leerlingen in het deeltijds beroeps secundair onderwijs (dbso) mee, dan staan in Vlaanderen al iets meer dan 10.000 studenten op de werkvloer.

In vergelijking met die systemen focust duaal leren wel sterk op het integreren van de beroepsgerichte vorming en de werkervaring.

Zeker bij kmo’s is het enthousiasme voor duaal leren groot. Om duaal leren te kunnen aanbieden, moet een onderneming wel een erkenning voor vijf jaar aanvragen. Vorig schooljaar hadden 4204 bedrijven zo’n erkenning.

Kmo’s zijn ook de grootste aanbieders van leerwerkplekken. Van de ondernemingen met een goedgekeurde erkenning heeft 83 % minder dan vijftig werknemers.

De Vlaamse overheid ondersteunt de deelnemende ondernemingen met een stagebonus, een mentorkorting en doelgroepkortingen. Ook vanuit het Sociaal Fonds voor de Zelfstandige Kleinhandel (SF201 en 202.01) zijn er interessante premies.

Zeker voor kmo’s maakt die steun het engagement haalbaar, want ze investeren tijd en middelen om de student intensief te begeleiden. Maar nog meer dan de bonus is de kans om een goede nieuwe werknemer te vinden een belangrijke motivatie. De inspanningen van de kmo’s leveren hen in elk geval waardering op. Uit onderzoek van het ODIN-kennisplatform blijkt dat de kwaliteit van duaal leren hoger ligt bij kleine ondernemingen dan bij grote. Zo blijken jongeren in kleine bedrijven beter te scoren op de complexiteit van de uitgevoerde taken.