Renaat Debergh is afgevaardigd bestuurder van BCZ, de beroepsvereniging van de zuivel-industrie in België. We spraken met hem over de duurzaamheidsinspanningen van de zuivelsector en meer specifiek de duurzaamheidsmonitor. Die zorgde de afgelopen jaren voor een positieve verandering in de sector.
Op het melkveebedrijf
In 2014 werd de duurzaamheidsmonitor in het leven geroepen. Met de monitor worden de verschillende duurzaamheidsinitiatieven van de melkveehouderij, het transport en de zuivelverwerkende industrie in kaart gebracht.
De resultaten komen tot stand dankzij onafhankelijke audits bij maar liefst 96% van de melkveebedrijven. Elke melkveehouder wordt om de drie jaar bezocht. Hij beslist zelf welke van de 42 duurzaamheidsinitiatieven hij toepast in zijn bedrijf.
Het gemiddeld aantal duurzaamheidsinitiatieven per melkveehouder steeg van 9,4 in 2014 – bij de nulmeting – naar 19,9 in 2020. Een resultaat waar Renaat Debergh best trots op is. “Naast de meer vanzelfsprekende acties, zie je bijvoorbeeld ook meer gebeuren rond bio-diversiteit. Dat is niet vanzelfsprekend want klavers inzaaien of een beheersovereenkomst afsluiten voor weidevogels levert niet direct iets op in de portemonnee. Toch neemt 31% wel al acties in die richting.”
Renaat DeberghDe sector wist de koolstofvoetafdruk van een liter melk met maar liefst 30% naar beneden te brengen.
39% produceert ook zijn eigen duurzame energie. Meestal gebeurt dat via zonnepanelen of een pocketvergister, waarbij de mest van het bedrijf wordt vergist om hernieuwbare energie te produceren. 41% heeft spaarlampen in de stal en 51% beperkt zijn energiebehoefte.
De sector wist de koolstofvoetafdruk van een liter melk met maar liefst 30% naar beneden te brengen in de laatste twintig jaar. “Nu worden de gegevens rond koolstof verzameld bij een staal van 200 melkveebedrijven. De volgende stap is dat we die voetafdruk voor elk melkvee-bedrijf apart berekenen. De boer kan zich dan perfect benchmarken en beslissen welke maatregelen voor zijn bedrijf nodig zijn.”
Transport en verwerkers
Ook de initiatieven van de transporteurs worden gemeten. “Daar zien we bijvoorbeeld op tien jaar tijd 10% minder brandstofverbruik en 2% minder vrachtwagens. Dat lijkt weinig maar vergeet niet dat we ondertussen wel 30% meer melk produceren.”
Bij de verwerkers zien we ook een daling met 34% van het waterverbruik, 30% minder CO2-uitstoot en 24% minder energieverbruik. Voor die sectoren is het natuurlijk iets eenvoudiger om grote resultaten te boeken dan voor de melkvee-houder. “De boer werkt volgens een natuurlijk proces. Een koe heeft geen knop om minder methaan uit te stoten, hé (lacht).”
Kleine stap groot resultaat
De resultaten mogen er zijn. De vleesvee- en varkenssector hebben trouwens ondertussen ook een duurzaamheidsmonitor ingevoerd naar het voorbeeld van de zuivelsector. Wat is volgens Renaat Debergh de grootste meerwaarde van de monitor? “De effectieve vooruitgang die we met de hele sector maken”, besluit hij.
“Dit is geen proefprojectje waar een kleine steekproef aan meedoet. 96% van de boeren neemt acties. Dus wanneer we een kleine stap vooruitzetten, geeft dat wel een belangrijk resultaat over de hele sector heen. Bovendien neemt iedereen vrijwillig deel. Het is het resultaat van overtuigingskracht en puur engagement van elke schakel. Iedereen draagt zijn steentje bij richting een nog duurzamere zuivel.”