Een op de vier flexi-jobbers actief in detailhandel

Via een flexi-job kunnen werknemers in sommige sectoren voordelig bijklussen naast een andere job of als ze gepensioneerd zijn. Voor werkgevers is het ook interessant om met flexi-jobbers te werken, want zij betalen alleen 25 procent solidariteitsbijdrage op het loon van de flexiwerker.

Oorspronkelijk konden alleen werkgevers uit de horeca een beroep doen op het flexistatuut, maar het lijstje werd uitgebreid naar de detailhandel (zoals bakkers, slagers, grootwarenhuizen, ketens, buurtsupermarkten en kappers), de sportsector, de exploitatie van bioscoopzalen, podiumkunsten, de muziek- en de zorgsector. In die laatste mogen flexi-jobbers geen zorgtaken uitvoeren, alleen administratief en ondersteunend werk.

In de kleinhandel, waar sinds 2018 flexi-jobbers aan de slag mogen, ging het percentage van 9 procent in juli 2018 naar 26,1 procent in juli van dit jaar.

Matthias Debruyckere, juridisch expert bij Liantis, ziet twee grote redenen voor de groeiende populariteit. "Veel mensen gingen door de inflatie en de stijgende kosten op zoek naar een manier om flexibel en zonder veel administratie bij te verdienen. En werkgevers zoeken naar manieren om hun personeelstekort op te vangen. Dat tekort is soms structureel, maar soms ook te verklaren door uitval of omdat medewerkers op vakantie gingen."

Hoewel het minimumloon voor een flexi-jobber 11,81 euro per uur is, blijkt uit de analyse van Liantis dat een flexi-jobber gemiddeld 13 euro per uur verdient. Omdat op dat loon geen belastingen en socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, is het bruto- gelijk aan het nettoloon. Er staat bovendien geen limiet op het aantal uren dat een flexi-jobber mag bijklussen. En de inkomsten moeten niet worden ingevuld in de belastingaangifte. Daardoor worden de progressieve belastingen op andere inkomsten niet hoger.

Opvallend is dat heel wat flexi-jobbers twintigers of zestigers zijn. 21,7 procent is tussen 25 en 30 jaar oud en 10,6 procent is tussen 64 en 68 jaar. "Die leeftijdscategorieën hebben wat meer tijd om bij te klussen", zegt Debruyckere.

Bron: De Tijd