Bovendien hebben mensen ook geen schrik meer om naar grote supermarkten te gaan, zoals in het begin van de pandemie, zegt Detelder van Steunpunt Korte Keten: 'We wisten nog niet zo veel over corona, iedereen was enorm bang. Eerst mocht je maar een aantal kilometer van je woonplaats gaan. Ook daarna meden veel mensen plaatsen waar veel volk samenkwam.'
Daardoor kwamen ze vaker in de kleine lokale supermarkt winkelen, vaak uitgebaat door zelfstandigen, al dan niet een franchise van Spar of Delhaize. Ook dat was een gevolg van de pandemie: veel mensen vonden hun weg naar de kleine, lokale supermarkt terug. 1 op de 5 ging weer meer naar de buurtwinkels.
'Die zitten met een marktaandeel van 33 procent voor het eerst terug op het niveau van het jaar 2000', zegt Luc Ardies, directeur van Buurtsuper.be, de organisatie bij Unizo van supermarkten en speciaalzaken. En, in tegenstelling tot de lokale boer die alweer klanten ziet vertrekken, houden de buurtwinkels wel stand. Mensen willen al hun boodschappen eenmaal weer op één plek kunnen doen, meent Ardies. Dat kan niet bij de lokale boer.
Buurtwinkels zetten ook meer in op korte ketens. Maar of dat altijd duurzaam is, betwijfelen De Jonghe en Detelder: korte keten betekent vooral dat de boer mee zijn prijs kan bepalen. Maar kan die boer dat bij alle supermarkten? Er is ook veel greenwashing. Detelder: 'Een foto met een boer en een verhaal, dat ziet er goed uit. Maar bepaalde hij mee de prijs.
Ardies: 'Als dat niet zo is, doorprikt de klant dat onmiddellijk. De succesvolste verhalen zijn bij supermarkten die echt met de boeren samenwerken.'
Bron: De Standaard - Karlien Beckers