9 op 10 buurtsupers verliest 1/3 winst aan winkeldiefstal

87% van de zelfstandige supermarkten wordt om de 10 dagen geconfronteerd met winkeldiefstal. Dit cijfer is iets lager dan 2 jaar geleden (toen 93 %). Maar het aantal incidenten is wél gestegen.

Momenteel wordt om de 10 dagen en in stedelijke gebieden om de 7 dagen (of elke week) een buurtsuper getroffen door winkeldiefstal. De schade loopt op tot maar liefst 0,7% van de omzet. Dit betekent dat - alleen al in Vlaanderen - alle buurtsupers samen net geen 50 miljoen euro verliezen aan winkeldiefstal. 

Het goede nieuws is dat de supermarkten minder dan twee jaar geleden getroffen zijn door roofovervallen door rondtrekkende dadersbenden. Mogelijk maken de strengere coronamaatregelen het buitenlandse dievenbenden moeilijker om de grens over te steken.

Opvallend ook is dat de meerderheid van de ondervraagde zaakvoerders geen verband vaststelt tussen de financiële precaire situatie van gezinnen door de coronacrisis en de winkeldiefstallen. Dit zou kunnen uitwijzen dat winkeldiefstal veel minder wordt gepleegd uit financiële noodzaak, dan dat tot nu toe aangenomen werd. 

Slechts 32% of één derde van de getroffen buurtsupermarkten doet aangifte bij de politie. Zij getuigen dat de politie zelf er doorgaans het nodige gevolg aan geeft, maar dat het gerecht nadien de zaken toch seponeert.

Buurtsuper.be zag tijdens de vorige federale regering haar voorstel ‘Afrekenen met winkeldieven’, waarbij getroffen zaakvoerders via een dading een schadevergoeding konden regelen met winkeldieven, door een uitzonderlijke ministerraad rond veiligheid goedgekeurd. Door de regeringswissel is die maatregel er echter nooit gekomen.

De huidige Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne heeft in zijn beleidsplannen een prioriteit gemaakt van de snelle vervolging van winkeldiefstallen. Buurtsuper.be dringt er nu op aan om hier effectief werk van te maken.

Luc Ardies van Buurtsuper.be: “Verschillende leden melden ons dat ze zelf via een dading een schadevergoeding vragen aan winkeldieven. Op zich zou dit volgens het Burgerlijk Wetboek kunnen. Maar we prefereren dat zo’n regeling binnen een wettelijk kader wordt uitgewerkt en dat de Minister het beloofde snelrecht bij het parket kan realiseren.”