Voor verse voeding gaan we wél nog naar de markt
Ook al telt ongeveer elke gemeente in Vlaanderen een of meer warenhuizen, voor verse groenten en fruit, kaas, vis of gebraden kip gaan we toch nog altijd graag naar de markt. Het aantal marktkramen (inclusief foodtrucks) is in de afgelopen tien jaar met zo'n 20% gestegen, cijfers waar veel marktkramers zelf van opkijken. Maar voor textiel en andere prullaria is het vet van de soep.
Tijdens de lockdown door corona was het een van de weinige dingen die je als gezin nog kon doen: naar de wekelijkse markt gaan. Veel mensen die de markt toen (her)ontdekten, zijn nadien ook blijven komen. Opvallend veel jonge mensen en gezinnen met kinderen. Al blijft de gemiddelde leeftijd van marktbezoekers toch eerder hoog, zo merken marktkramers.
“Veel mensen komen omdat ze nergens verser kunnen kopen dan op de markt. Maar vergeet ook het sociale aspect niet. Ze doen hun boodschappen, slaan intussen een praatje en spreken nadien af voor een koffietje ”, zegt Johan Van Leeuw, voorzitter van de Vlaamse Federatie Ambulante Handel.
"Tien jaar geleden waren er in Vlaanderen nog 3.251 actieve markt- en straathandelaars, vorig jaar waren dat er 3.927, een stijging met zo'n 20%. En ook de omzet steeg fors. Dat blijkt uit cijfers die we opgevraagd hebben bij Statbel, het Belgische statistiekbureau."
Vooral wie voeding verkoopt, doet wél nog altijd goede zaken. Het aantal kramen waar voeding en genotsmiddelen - zoals snoep - wordt verkocht, is de afgelopen tien jaar zelfs gestegen van 1.397 in 2012 tot 1.897 eind 2022. “Voeding is en blijft de harde kern van de markt”, stelt Rudi De Wilde uit Lokeren, die een groenten- en fruitkraam heeft.
Bron: Het Nieuwsblad, 19 januari 2023