Meeting met minister Clarinval over FAVV

06/06/2025 3 min.

Buurtsuper.be heeft afgelopen donderdag een overleg bijgewoond met minister Clarinval en de staf van het Federaal Voedselagentschap (FAVV). De vergadering werd aangevraagd door de Hoge Raad voor de KMO’s en Zelfstandigen. Ook andere organisaties uit de volledige ‘Business to Consumer’-sector waren aanwezig.

Luc Ardies van Buurtsuper.be legde in aanwezigheid van de minister en de FAVV-staf drie prangende dossiers op tafel, met de vraag naar een meer constructieve samenwerking tussen het Agentschap en de sectororganisaties.

De experten voedselveiligheid van Buurtsuper.be begeleiden jaarlijks de leden bij hun voedselveiligheidsbeleid en de wettelijk verplichte autocontrole (HACCP). Velen onder hen laten hun autocontrolesysteem bovendien door erkende auditfirma’s valideren en bekomen zo de Smiley.

Doel van de vergadering was om de samenwerking te verbeteren tussen onze experten – die mandaathouder zijn in het Raadgevend Comité van het FAVV en deelnemen aan tal van werkgroepen – en het Agentschap. Onze experten kunnen dankzij hun ervaring als geen ander de praktische haalbaarheid van wettelijke en andere richtlijnen beoordelen.

Daarnaast hebben de sectororganisaties van kmo’s (supermarkten, bakkers, slagers, horeca, …) hun ongenoegen geuit over de afschaffing van de sectorgidsen en de invoering van één generieke gids, ontwikkeld door het FAVV zelf. Deze zou de volledige B2C-sector moeten dekken.

Eén van de redenen om tot zo’n ééngemaakte gids te komen, is het gebrek aan middelen bij het FAVV om alle verschillende sectorgidsen op te volgen. De sectororganisaties vrezen echter dat in een heterogene sector, waarin de noden en omstandigheden op vlak van voedselveiligheid sterk uiteenlopen, zo’n generieke gids onwerkbaar zal zijn voor veel ondernemers.

Tot slot werd gediscussieerd over de toegankelijkheid van FOODWEB voor het grote publiek. Dit is een publieke website van het FAVV waarop de controleresultaten van winkels en horecazaken kunnen worden geraadpleegd.

De minister zegde na afloop toe te zullen onderzoeken of er bijkomende middelen kunnen worden vrijgemaakt om een symbiose tussen de generieke gids en de sectorgidsen mogelijk te maken. Verder werd afgesproken dat een aparte werkgroep de verdere ontwikkeling van de modelgids zal opvolgen, met als doel een optimale samenwerking en maximale inbreng van de experten van de sectororganisaties te realiseren.