Kalkoen, kip en zoutwaren koploper binnen charcuterie
Het thuisverbruik van vleeswaren is al jaren relatief stabiel. Vleeswaren hebben dan ook duidelijk een vaste plaats in onze dagelijkse voedingsgewoontes: 99% van de Belgische gezinnen kopen vleeswaren en ze doen dit gemiddeld 1 keer per week. Op langere termijn zien we wel een lichte daling in de aankoopfrequentie van 52 keer per jaar naar 49 keer per jaar, onder andere als gevolg van de algemene, blijvende voedingstrend naar one-stop-shopping (alle aankopen zo veel mogelijk bundelen in één winkelbezoek). Door die dalende aankoopfrequentie is er minder gelegenheid en verleiding tot impulsaankopen en is er dus ook een impact op het gekochte volume. Dit zien we ook bij vleeswaren: het thuisverbruik daalt licht van 11,6 kg per capita in 2008 tot 10,9 kg per capita in 2016 en 10,8 kg per capita in 2017.
Gevogeltebereidingen blijven aandeel winnen
Binnen het thuisverbruik van vleeswaren zijn zoutwaren (rauwe en gerookte ham) en gekookte ham de belangrijkste segmenten met volumeaandelen van meer dan 20%. Ze worden ook beide jaarlijks door meer dan 90% van de Belgische gezinnen gekocht. De stijger in de vleeswarenrayon zijn echter de gevogeltebereidingen. Zij winnen zowel kopers als aankoopfrequentie en stegen daardoor de voorbije 10 jaar met 25% tot 1,1 kg per capita. Dit resulteert in een stijging van het volumeaandeel van 7,3% tot 9,7% en dit vooral ten koste van paté.
Buurtsupermarkten kenden een sterk 2017
Het marktaandeel van hard discount (Aldi en Lidl) steeg van 28% in 2008 naar 35% in 2017. Hiermee is hard discount bijna de belangrijkste speler in de vleeswarenmarkt geworden. Het aandeel van de zelfstandige slagers gaat daarentegen jaarlijks achteruit en bedroeg nog 8% in volume in 2017. Het volumeaandeel van buurtsupermarkten steeg van 14% naar 15%.
De slager biedt een breder assortiment aan en heeft relatief een hoger aandeel binnen de categorie ‘andere charcuterieproducten’ (zoals droge worst, bierworst, rosbief, varkensgebraad …). In de supermarkt (Dis 1) wordt in verhouding meer gekookte ham gekocht. Bij hard discount zijn de gevogeltebereidingen en de salami dan weer populairder.
Vleeswarenconsumptie eerder thuis dan buitenshuis
Thuis is en blijft de belangrijkste consumptieplaats voor voeding in het algemeen en ook specifiek voor vleeswaren. 67% van het aantal consumptiemomenten met vleeswaren vindt thuis plaats, 19% op werk of op school (waarbij de vleeswaren ook meestal van thuis worden meegenomen en dus ook onder het hierboven beschreven thuisverbruik vallen), 5% bij familie of vrienden, 2% in horecazaken en 6% op ‘overige’ plaatsen. Onder ‘overige’ vallen feestzalen, recreatieparken, hotels, evenementen, ….