Einde dure voeding nog lang niet in zicht

29/07/2022 2min

Langzaam maar zeker haakt de hoge inflatie zich vast in alle onderdelen van de economie. Tekorten en hoge productiekosten veroorzaken een sterke stijging van de voedingsprijzen. De hoop dat de inflatie zo langzamerhand zijn hoogtepunt heeft bereikt, wordt niet ondersteund door de cijfers. Tenminste, niet in België, en evenmin in Duitsland.

In ons land zakte het algemene inflatiepeil nauwelijks: van 9,65 procent in juni naar 9,62 procent deze maand. Maar in België blijft de kerninflatie wel maand na maand stijgen. Dat is een teken dat de gevreesde loon-prijsspiraal op gang begint te komen. Doordat de lonen aangepast worden aan de hogere prijzen, stijgen de loonkosten voor werkgevers.

Die moeten ze vervolgens weer doorrekenen in hun producten en diensten. Als de inflatie zich op die manier vasthaakt in de economie, is het moeilijker om de prijzen weer in bedwang te krijgen, dan wanneer het om een tijdelijke opstoot in een beperkt aantal categorieën gaat.

Ook de gezondheidsindex, waarop de loonsverhogingen gebaseerd zijn, blijft onverminderd stijgen. De inflatie op basis van deze index is nu toegenomen tot 9,07 procent, tegenover 8,72 procent in juni. Dat cijfer voedt de vrees van de werkgevers dat de loonkosten de Belgische concurrentiekracht.

De graankrapte kan in 2023 en daarna zelfs nog toenemen.

Voedingsmiddelen zoals vis, vlees, brood of zuivel stegen in prijs doordat de productie ervan duurder is geworden. De hogere energiekosten werken op allerlei niveaus in op de productiekosten. Het transport is duurder, maar ook kunstmest is in prijs gestegen, doordat bij de productie daarvan veel gas nodig is.

De brandstof van vissersboten jaagt de prijs van vis omhoog, en via het duurdere graan is ook krachtvoer voor rundvee en varkens in prijs gestegen. Brood vergt zowel energie voor het bakken als graan voor het meel – twee prijsverhogende factoren.

In Duitsland loopt de voedingsinflatie nog sneller op dan in België. De Duitsers zijn nu al 14,8 procent meer kwijt aan hun winkelkar dan een jaar eerder. Vorige maand was dat 12,7 procent. Carsten Brzeski van ING Duitsland verwacht niet dat de Duitse inflatie dit jaar nog betekenisvol zal dalen.

De oorlog in Oekraïne wakkert vooral de voedselinflatie nog extra aan. De graansituatie blijft daardoor precair, scheef een analist van vermogensbeheerder Schroders donderdag. ‘De vraag zal hoog blijven, terwijl het aanbod dit jaar en volgend jaar krap blijft. Die krapte kan in 2023 en daarna zelfs nog toenemen.’