Discussie in federaal Parlement over prijsverschillen supermarkten


In het federaal Parlement stelde volksvertegenwoordiger mevrouw Gantois volgende vraag aan de Minister van Economie: “Wie in een Belgische supermarkt gaat winkelen, betaalt gemiddeld 13,4 % meer dan in Duitsland, 12,9 % meer dan in Nederland en 9,1 % meer dan in Frankrijk. Dit blijkt uit een onderzoek van het Prijzenobservatorium. U hebt gezegd dat u de belangrijkste supermarktketen in ons land wilt uitnodigen voor een discussie over de prijsverschillen met onze buurlanden en dat u wilt aandringen op een prijsdaling. Ik weet niet of u intussen al een plan hebt en of er reeds een initiatief werd genomen. Hoe zult u uw voornemen bewerkstelligen?”
 
Antwoord Minister Kris Peeters: Uit het jaarverslag 2017 van het Prijzenobservatorium blijkt inderdaad dat prijzen voor identieke producten van de A-merken in België hoger lagen dan in de buurlanden. Prijzen voor identieke producten, vooral van de A-merken, lagen in België 13 % hoger dan in Duitsland, 13 % hoger dan in Nederland en 9 % hoger dan in Frankrijk. Het prijsverschil blijkt nog te zijn opgelopen ten opzichte van de laatste studie in 2013.
 
Een belangrijke, voorafgaande opmerking daarbij is dat er in de prijzenvergelijking geen rekening werd gehouden met de verse producten en er slechts beperkt rekening werd gehouden met de huismerken.
 
Het Prijzenobservatorium ziet vooral de volgende factoren als oorzaak voor de prijsverschillen met de belangrijkste buurlanden. Ik som ze even op. Een eerste factor zijn de minder gunstige aankoopprijzen en aankoopvoorwaarden, onder meer door de relatief kleine omvang van ons land. Ook territoriale leveringsbeperkingen, die een handelaar belemmeren om goederen af te nemen in een land van zijn keuze, zouden voor verschillen in groothandelsprijzen tussen landen zorgen. Een tweede factor zijn de btw en andere belastingen, bijvoorbeeld het hogere accijnsniveau voor sterke dranken in België. Een derde factor zijn de hogere loonkosten in België, die echter worden gecompenseerd door een hogere productiviteit per werknemer. De loonkosten zijn de afgelopen jaren gunstig geëvolueerd dankzij de combinatie van de indexsprong, de matige loonakkoorden, de nieuwe wet van 1996 en uiteraard ook de taxshift. Een vierde factor is de ondernemingsstrategie. In België is een van de belangrijkste en efficiëntste distributieketens een prijsvolger, waardoor de strategie van een aantal andere spelers erin bestaat om zich te onderscheiden door dienstverlening en kwaliteit in plaats van lagere prijzen. Door de fusie van Delhaize met Ahold vond er recent wel een grote verandering plaats op de Belgische retailmarkt. Daaruit zouden schaalvoordelen kunnen volgen, wat kan leiden tot meer inkoopmacht en betere aankoopvoorwaarden, wat op zijn beurt kan zorgen voor lagere prijzen voor de consument. Hoewel de operationele rentabiliteit in de Belgische detailhandel voor voedingsproducten sinds 2012 in dalende lijn gaat, ligt de marge gemiddeld hoger dan in Frankrijk en in Duitsland, maar lager dan in Nederland. Een laatste element dat het observatorium — voor alle duidelijkheid zelf — aanhaalt, is de reglementering: uit cijfers van de OESO blijkt dat de retailsector in België sterker gereglementeerd is dan in de buurlanden.
 
Teneinde de concurrentie in de distributiesector te stimuleren en bijgevolg ook de prijzen voor de consumenten te verlagen, heb ik zelf de volgende acties ondernomen:
 
Ten eerste, territoriale leveringsbeperkingen en de kleine omvang van ons land maken dat onze supermarkten minder goede aankoopprijzen kunnen onderhandelen. Op het niveau van de Benelux werd een onderzoek gevoerd naar territoriale leveringsbeperkingen en ik heb de conclusies van dat onderzoek overhandigd aan de Europese Commissie met de vraag om op dat vlak de nodige maatregelen te nemen. Territoriale leveringsbeperkingen zijn een grensoverschrijdend probleem dat bij voorkeur op Europees niveau moet worden aangepakt.
 
De tweede actie die ik heb ondernomen is de volgende. In 2012 maakte de Belgische mededingingsautoriteit een studie over de marktwerking van de reglementering van toepassing op de distributiesector. Naar aanleiding van het rapport van het Prijzenobservatorium heb ik de Belgische mededingingsautoriteit gevraagd om haar onderzoek van 2012 naar de marktwerking van die sector te actualiseren en concrete aanbevelingen te formuleren voor 1 juli van dit jaar. Op basis van deze aanbevelingen kan worden bekeken of er aanpassingen van de reglementering dienen te gebeuren. Dat is de tweede actie die ik heb ondernomen.
 
Ik kom tot de derde actie waar u expliciet naar gevraagd hebt. Ik heb de grootste warenhuisketens binnen de distributiesector uitgenodigd voor een overleg over de vaststellingen van het Prijzenobservatorium en om samen te bekijken welke maatregelen er genomen kunnen worden om de prijsverschillen met de buurlanden weg te werken. Tijdens het overleg met de vertegenwoordigers van de warenhuisketens op 16 april heeft het Prijzenobservatorium zijn vaststellingen toegelicht. Er werd overeengekomen om na te gaan of de methodologie van het Prijzenobservatorium verder verfijnd kan worden, onder andere wat betreft de opname van huismerken en verse producten in de prijsvergelijking. Ik heb de warenhuisketens ook gevraagd om mij concrete voorstellen over te maken ter versterking van de concurrentie.
 
Het lijkt mij ook interessant om op basis van alle input een meer algemene visie te ontwikkelen over de toekomst van onze distributiesector, zowel wat de concurrentiekracht als de arbeidsreglementering betreft, om de discussie over de jobverliezen bij bepaalde bedrijven niet te noemen.
 
Ik geef ook het antwoord op de vraag van mevrouw Detiège, hoewel zij niet aanwezig is. Wat betreft de zogenaamde single servings kan ik meedelen dat het niet voorzien was dat dit aan bod zou komen in de discussie over de voedselprijzen aangezien hiervan geen melding wordt gemaakt in het jaarverslag van het Prijzenobservatorium. Ik heb dat niettemin kort even aangekaart.
 
Ik begrijp dat kleinere verpakkingen interessanter kunnen zijn om voedselverspilling tegen te gaan. Dit kan echter ook betekenen dat er meer afval ontstaat wanneer kleinere porties apart worden verpakt, wat natuurlijk een negatieve impact heeft op ons milieu. Vanuit economisch oogpunt is het ook logisch dat voedings- of drankproducten verpakt in kleinere porties relatief duurder zijn dan grotere porties aangezien de vaste kosten verbonden aan het product vaak dezelfde zijn.
 
Het lijkt mij uiteraard niet wenselijk dat daar extra winsten op gegenereerd worden ten koste van alleenstaanden, die vaak een kleiner budget hebben. Ik meen dat wij het daar allemaal over eens zijn

Gerelateerde artikels

Iconische en ongeëvenaarde trappistenbieren
Week van Hoogstraten

4 tem 12 mei 2024

Week van Hoogstraten

3 min.
1 op 7 Nederlanders rijdt tenminste half uur om voor goedkopere boodschappen

Actueel

Iconische en ongeëvenaarde trappistenbieren
Week van Hoogstraten

4 tem 12 mei 2024

Week van Hoogstraten

3 min.
1 op 7 Nederlanders rijdt tenminste half uur om voor goedkopere boodschappen
paginas-van-supermag-april24-hr.jpg

Super
MAG 2

SuperMAG nr. 2
April 2024

Ledenvoordelen

  • HACCP & Voedselveiligheid
  • Voedingsspeciaalzaken
  • Personeels- en Managementopleidingen
  • Loon- en arbeidsvoorwaarden
  • Franchise
  • Info & advies
  • Andere voordelen

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

We bewaren je gegevens voor een correcte opvolging, meer info in onze privacy policy