Artisanale bieren groeien ten koste van pils

Rond 1900 waren het er nog meer dan 3.000, maar in de loop van de 20ste eeuw werd zowat alles opgekocht door een aantal grote bierbrouwers, met Interbrew - het huidige AB Inbev - op kop. In 2000 waren er daardoor nog hoop en al honderd brouwerijen over. Sindsdien gaat het aantal stilletjes weer de hoogte in, maar de laatste vijf jaar gaat het snel. In die periode zijn er 70 procent bijgekomen, zo blijkt uit cijfers van de FOD Economie. Het gaat dan vooral om kleine, artisanale brouwers. Het gaat om échte brouwerijen, los van de zogenoemde etiketbrouwers en receptbrouwers. Die eerste groep laat een bestaand bier brouwen en kleeft zijn eigen etiket op de flesjes, bijvoorbeeld om te verkopen op een evenement. De tweede groep ontwikkelt een eigen recept en laat dat brouwen bij een bestaande brouwerij. Ook zij zijn met heel erg veel. En dat terwijl er in ons land nog zo'n 8 miljoen hectoliter bier wordt gedronken. Een dertigtal jaar geleden was dat nog 13 miljoen hectoliter. De pils staat al enkele jaren onder druk, terwijl de speciale bieren groeien. De consument is op zoek naar authentieke producten, naar artisanale brouwkunst, naar andere smaken.