Waarom Buurtsuper.be procedure aanspant tegen verbod op tabaksverkoop

09/09/2024 3 min.

De uittredende regering heeft beslist dat vanaf april 2025 supermarkten vanaf 400 m² geen tabak meer mogen verkopen. Buurtsuper.be heeft beslist om tegen deze beslissing een procedure op te starten bij het Grondwettelijk Hof. Op basis van het gelijkheidsbeginsel menen we immers dat de ene verkoper niet mag gediscrimineerd worden tegenover de andere.

Wie kan beweren dat een verkoper met een winkel kleiner dan 400 m² sigaretten op 'een gezondere manier' kan verkopen dan zijn collega een eindje verderop met een winkel van meer dan 400 m²?

De argumentatie van de uittredende Minister van Volksgezondheid, dat het verminderen van het aantal verkooppunten zijn effect zal hebben op het rookgedrag, kan volgens ons geen reden zijn om de discriminatie tussen winkels te verdedigen.

Ondertussen is trouwens in Nederland gebleken dat het verbod op tabaksverkoop voor supermarkten voor effect heeft dat de verkoop zich verplaatst naar de zogenaamde ‘speciaalzaken’ die in aantal fors zijn toegenomen.

Er is geen discussie over het feit dat tabak de gezondheid schaadt, daar gaat het ons niet om. Maar dan dient de regering consequent te zijn en een totaalverbod in te voeren in plaats van een buurtsuper van meer dan 400 m² te discrimineren ten opzichten van kleinere buurtsupers, dagbladwinkels, shops bij benzinestations en nachtwinkels.

Buurtsuper.be vreest ook dat deze manier van wetgeven een gevaarlijk precedent zal scheppen.

Sinds april van dit jaar heeft dezelfde minister van Volksgezondheid de preventieslogan 'Ons vakmanschap drink je met verstand' vervangen door 'Alcoholmisbruik schaadt de gezondheid'. Hetzelfde KB rond alcohol voorziet dat de minister in de toekomst om het even welke bijkomende maatregelen kan nemen. Wat zal een minister weerhouden om ook hier bepaalde verkooppunten een verbod op te leggen, terwijl de verkoop zich dan zal verplaatsen naar andere?

Luc Ardies van Buurtsuper.be: “Wat ons evenzeer mateloos stoort, is dat organisaties zoals de onze sowieso geculpabiliseerd zullen worden omwille van de procedure die we aanspannen."

"Sommige organisaties, die nochtans dezelfde mening hebben, zien er - om begrijpelijke redenen - van af om zich aan te sluiten. Maar het kan niet dat omwille van een hoger doel, de volksgezondheid, een regering zich het recht toe-eigent om wetten uit te vaardigen die met haken en ogen aan elkaar hangen."

"Wij van onze kant vinden het onze plicht om, ook al gaat het om een maatschappelijk zeer gevoelig thema, hiertegen te ageren en hopen hiermee de kans te krijgen om met de minister rond tafel te zitten en aanpassingen te doen. De belangen van onze leden worden hier immers geschaad op een manier die in om het even welke democratische rechtstaat niet mag getolereerd worden”.