Vijf nieuwe regels voor werkgevers

Er zijn heel wat nieuwe regels van kracht sinds 1 januari 2023. We sommen de belangrijkste vijf voor werkgevers op en geven er graag onze ongezouten mening bij.

Positief! 

Studenten kunnen vanaf 1 januari meer werken. Het maximale aantal uren dat studenten kunnen profiteren van de verminderde sociale bijdrage, stijgt van 475 naar 600 uur per jaar. 

Het moet gezegd: de jongste jaren zijn er naast de flexibilisering van de studentenarbeid en de invoering van flexi-jobs heel wat inspanningen geleverd die de werkorganisatie in onze buurtsupers heel wat eenvoudiger maakt. Ronduit een goede zaak dus! 

Een draak! 

Bedrijven met ten minste 20 werknemers moeten vanaf 2023 overeenkomsten sluiten over het recht om de 'verbinding te verbreken'. Concreet gaat het om praktische regelingen, richtlijnen voor bijvoorbeeld het gebruik van laptops en smartphones van het werk tijdens de vrije tijd. Bedrijven hebben tot 1 april om een regeling uit te werken.

Dit staat haaks op het nieuwe hybride werken waarbij de werknemer zelf kan beslissen hoe hij zijn privé/werktijd indeelt.

Voor winkelbedienden, die sowieso qua werk gebonden zijn aan de openingsuren, is deze wetgeving bovendien compleet overbodig. Wat als er ’s avonds laat bij de werkgever een smsje met een ziektemelding binnenkomt? Moet je dan wachten tot ’s anderendaags kort voor het opengaan van de winkel alvorens je iemand nog maar de vraag kan stellen om de zieke te vervangen?  

Positief maar ... 

Vanaf dit jaar moeten bedrijven met meer dan 20 werknemers een opleidingsplan maken. Dat bevat alle opleidingen die worden aangeboden en voor wie ze bestemd zijn.

Opleidingen zijn één van de belangrijkste vereisten om gemotiveerde medewerkers te houden en om te voorkomen dat je om de haverklap op zoek moet gaan naar nieuwe medewerkers.

Toegegeven, in de retail moeten nog heel wat werkgevers hierover gesensibiliseerd worden. Dus of deze verplichting hiertoe bijdraagt, dan wel louter voor extra administratie zal zorgen, valt nog maar af te wachten. 

Echt nodig? 

Vanaf 1 januari 2023 moeten bedrijven een extra RSZ-bijdrage betalen als ze een uitzendkracht meer dan 40 opeenvolgende dag-contracten per semester geven. Dat moet het overmatige gebruik aan banden leggen.

Met uitzondering van uitzonderlijke omstandigheden zullen werkgevers, in tijden van arbeidskrapte, uitzendkrachten eerder vroeg dan laat een vast contract aanbieden. Dus ook hier weer rijst de vraag of het misbruik dermate is dat een zoveelste regelgeving echt nodig is ... 

Gemiste kans! 

Werkgevers die - in vergelijking met andere bedrijven - veel meer langdurig zieke werknemers hebben, moeten een extra RSZ-bijdrage betalen. Die nieuwe wetgeving geldt al van 1 januari 2022, maar pas vanaf dit jaar kan de RSZ die extra bijdrage ook effectief innen.

De cijfers rond langdurige zieken groeien snel en fors. Maar opnieuw is dit nieuwe regeltje eerder iets dat ertoe dient om de politieke daadkracht te bewijzen, dan ten gronde de zaken aan te pakken. En is dit geen gedeelde verantwoordelijkheid van werkgevers én - nemers?

De economische realiteit rond langdurige zieken, burn-out, etc. verdient een veel fundamentelere en brede maatschappelijke aanpak dan dit.