Vanaf 1 juli verplicht elektronisch betalen

5 min.

Vanaf 1 juli 2022 zijn alle ondernemingen, ongeacht hun grootte, verplicht om ook een elektronisch betaalmiddel ter beschikking te stellen van hun klanten. 

De consument moet dus altijd de mogelijkheid hebben om elektronisch te betalen als hij dat wenst. 

Met deze frequently asked questions (FAQ) proberen we een antwoord te formuleren op de meest voorkomende vragen over deze nieuwe verplichting. 

Je kan de vragen en antwoorden hieronder nalezen of het document downloaden. 

Meeste gestelde vragen en anwoorden

1. Welke ondernemingen vallen onder de verplichting?

Onder onderneming verstaan “iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen”. Deze verplichting geldt bijgevolg niet enkel voor de ondernemingen in de gewone zin van het woord zoals handelaars of supermarkten, maar ook voor de vrije beroepen en alle personen, verenigingen, besturen, enz., die economische activiteiten verrichten in relatie tot consumenten. Dus ook apotheken, dokters, tandartsen, advocaten enz. vallen onder deze noemer.

2. Valt bijvoorbeeld het gemeentelijk zwembad, cultureel centrum of containerpark onder de verplichting?

Ja. Activiteiten die een overheidsinstelling verricht moeten geval per geval bekeken te worden om te bepalen of hij handelt als “onderneming”. Ze zullen dus aan deze nieuwe verplichting onderworpen zijn, wanneer ze betalingen aanvaarden voor activiteiten van economische aard gericht op consumenten.

Bijvoorbeeld zal een gemeente die een zwembad, een bibliotheek of een cultureel centrum beheert, worden beschouwd als “onderneming” voor dit soort activiteiten.

Dat zal daarentegen niet het geval zijn wanneer die gemeente kosten aanrekent voor de afgifte van een identiteitskaart, aangezien dit soort activiteit onder haar opdracht van openbare dienstverlening valt, en dus geen “economisch” karakter heeft. Evenzo is een openbare onderwijsinstelling geen onderneming wanneer zij onderwijs verstrekt (taak van algemeen belang), maar daarentegen wel wanneer zij bijvoorbeeld haar lokalen aan particulieren verhuurt.

Anderzijds vormen transacties die worden verricht in een gesloten en interne inrichting, zoals een gevangenis, geen economische activiteit van een onderneming en zijn zij niet onderworpen aan de verplichting om een elektronisch betaalmiddel ter beschikking te stellen.

3. Moet ik als onderneming verplicht elektronisch betalen aanbieden indien de klant een onderneming is?

Neen. De verplichting om een elektronisch betaalmiddel ter beschikking te stellen is enkel van toepassing ten opzichte van consumenten (in een B2C-verhouding) en niet de betalingen verricht tussen ondernemingen (in een B2B-verhouding).

Er zijn wel reeds langere tijd beperking op betalingen in cash geld. De algemene regel is dat er een maximumgrens van 3.000 euro geldt voor betalingen in contanten. De verkoop van een onroerend goed mag nooit in contanten worden betaald, ook niet voor een klein deel.

4. Wat verstaan we onder elektronisch betaalmiddel in het kader van de wet?

Een elektronisch betaalmiddel is een ander betaalmiddel dan muntstukken en bankbiljetten. Voorbeelden van elektronische betaalmiddelen zijn: de beschikbaarstelling van een betaalterminal met (debet en/of krediet)kaart, contactloze betalingen, apps voor smartphones (zoals Payconiq), de mogelijkheid om via overschrijving te betalen, enz. Dit begrip is bewust ruim opgevat om te kunnen inspelen op de technologische ontwikkelingen op het gebied van betalingen.

De volgende betaalmiddelen worden niet beschouwd als een elektronisch betaalmiddel in de zin van de wet: maaltijdcheques, ecocheques en consumptiecheques, zelfs niet wanneer de betaling met een kaart wordt verricht. Ook cryptomunten en virtuele munten worden niet beschouwd als een elektronisch betaalmiddel. Indien een onderneming bijgevolg enkel cash en bijv. maaltijdcheques aanvaardt voldoet zij niet aan de verplichtingen van de wet.

5. Moet ik als onderneming een welbepaalde methode kiezen?

Neen. De onderneming behoudt de vrije keuze welk(e) elektronische betaalmiddel(en) hij ter beschikking stelt. Hij kan niet verplicht worden deze of gene betaalmethode aan te bieden. Het is uiteraard in het belang van zowel de onderneming als de consument dat de elektronische betaalmiddelen die ter beschikking worden gesteld, voldoende toegankelijk zijn.

6. Bij wie kan ik terecht voor een elektronische betaaloplossing?

Het is van belang dat elke onderneming zijn huiswerk maakt om de juiste betaaloplossing te kiezen, dit in functie van profiel van de klanten (bijv. toeristen), aantal transacties, grote of kleine bedragen van de betalingen, vaste of mobiele oplossing, huur of aankoop van een terminal, eenmalige en recurrente kosten, enz.

Volgende link kan helpen bij het maken van de juiste keuze: Digitaal betalen voor jou als professional

7. Kan ik als onderneming kosten aanrekenen voor het gebruik van een elektronisch betaalmiddel?

Neen. Het is niet toegestaan om kosten aan te rekenen aan de consumenten voor het gebruik van een elektronisch betaalmiddel

8. Kan ik een minimumlimiet toepassen voor elektronische betalingen?

Neen. Indien een consument, ook voor een klein bedrag, elektronisch wenst te betalen moet dit mogelijk zijn. De wet voorziet niet in uitzonderingen op dat vlak.

9. Heb ik als onderneming recht op een verhoogde fiscale kostenaftrek inzake inzake de gedane of gedragen kosten voor het aanbieden van elektronische betalingswijzen?

Sinds 2015 voorziet de overheid een investeringsaftrek van 13,5% voor betaalterminals, webshops en andere digitale investeringen. Daardoor kan je de kostprijs van deze investeringen fiscaal 113,5% aftrekken. 
Tot eind 2022 wordt dit percentage bovendien verhoogd tot 25%, specifiek voor de aankoop van een betaalterminal, waardoor de aankoopwaarde 125% fiscaal aftrekbaar is. 

10. Vanaf wanneer moet ik dit toepassen?

De verplichting treedt in werking op 1 juli 2022.

11. Wat zijn de gevolgen als ik de verplichting niet naleef? 

De wet voorziet een strafrechtelijke geldboete van 208 tot 80.000 euro. 

Gerelateerde artikels

Stap voor stap naar meer plantaardige voeding met halfhalf
VDAB Jobbeurs Verkoop & Horeca
Daarom ben ik lid

Kurt Van Turnhout, Alvo Supermarkt Nagels

Daarom ben ik lid

2 min.

Actueel

Stap voor stap naar meer plantaardige voeding met halfhalf
VDAB Jobbeurs Verkoop & Horeca
Daarom ben ik lid

Kurt Van Turnhout, Alvo Supermarkt Nagels

Daarom ben ik lid

2 min.
cover-van-supermag-feb2024-hr.jpg

Super
MAG 1

SuperMAG nr. 1
Februari 2024

Ledenvoordelen

  • HACCP & Voedselveiligheid
  • Voedingsspeciaalzaken
  • Personeels- en Managementopleidingen
  • Loon- en arbeidsvoorwaarden
  • Franchise
  • Info & advies
  • Andere voordelen

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

We bewaren je gegevens voor een correcte opvolging, meer info in onze privacy policy