6. Hoeveel kost de samenwerking?
Moet je een vast ‘instap- of toetredingsrecht’ betalen voor de formule? Is de reguliere franchisevergoeding een vaste commissie die je betaalt op de gerealiseerde omzet (royalty), of zit de fee verrekend in de aankoopprijzen van de goederen? Moet er een bijkomende vergoeding voor de marketing, reclame of promotie van de formule worden betaald?
7. Is er een omzet- of afnameverplichting?
Voorziet het contract een minimum te realiseren omzet of andere resultaatsverbintenissen? Die clausules worden beter achterwege gelaten vermits het resultaat ook afhankelijk kan zijn van externe factoren (wegeniswerken, komst van nieuwe concurrenten …). Hoe ver gaat de franchisegever in zijn contractuele afnameverplichtingen?
8. Hoe zit het met voorkooprecht, aankoopoptie en waardebepaling handelsfonds?
Vermeldt het contract een voorkeurrecht of aankoopoptie voor de franchisegever? En wat als je wilt verkopen aan je kinderen die de familiezaak willen voortzetten? De termijn waarover de franchisegever beschikt om die voorkeurrechten of aankoopopties uit te oefenen moet zo kort mogelijk gehouden worden.
9. Is er een niet-concurrentiebeding?
Voorziet het contract een niet-concurrentie-beding tijdens de samenwerking? Sommige franchisegevers verplichten de franchisenemers om zich te onthouden van enige activiteit die concurrentie kan brengen tijdens de franchisesamenwerking. Alleszins te mijden zijn niet-concurrentiebedingen die nog gelden na het einde van de samenwerking.
10. Eenzijdige ontbinding van het contract?
Voorziet het contract in een eenzijdige opzegging door de franchisegever? Eigenlijk zou in elk geval moeten worden bedongen dat in die gevallen waarin de franchisegever de overeen-komst eenzijdig kan beëindigen, hij de franchise-nemer voorafgaandelijk in gebreke moet stellen en een redelijke hersteltermijn moet geven om de franchisenemer de kans te geven aan die gebreken te verhelpen.
Wil je het volledige dossier met uitgebreide uitleg bij alle vragen? Download het hieronder!