Derde meer flexi-jobs in minder dan een jaar

Dat cijfer slaat op het aantal aanvragen als flexi-jobber in het tweede kwartaal. Het is 24 % hoger dan eind vorig jaar. Tegenover de 80.722 in het derde kwartaal van 2021 is er een stijging van 28 % in een klein jaar. Zo blijkt uit statistieken van de RSZ.

Het aantal flexi-jobbers groeit gestaag sinds de lancering van het systeem in 2015. De uitgesproken stijging in het voorbije jaar volgt op de coronasluitingen in heel wat sectoren die met flexi-jobbers werken. In die periodes was geen plaats voor hen.

De aangroei valt ook samen met de fors hogere energie- en consumptieprijzen. De inflatie steeg sinds begin 2021 van 0,3 % tot 9,7 % in juni. Mensen die willen bijverdienen, kiezen momenteel ook meer voor een flexi-job dan voor het statuut van zelfstandige in bij­beroep.

Tussen 2017 en 2021 groeide hun aantal van 26.312 naar 83.707. Flexi-jobben kon eerst alleen in de horeca. Sinds begin 2018 is het statuut uitgebreid naar sectoren zoals de kleinhandel, supermarkten, bakkerijen en kappers. De meeste flexi-jobbers werken momenteel dan ook in de horeca en de kleinhandel.

Flexi-jobs zijn populair dankzij de lage instapdrempel voor de werkgever en de werknemer. Om met een flexi-job te beginnen moet je geen administratieve molen doorlopen en er hoeft zelfs geen schriftelijke arbeidsovereenkomst opgesteld te worden. Alleen moet de werkgever bij de sociale zekerheid melden welke dagen de flexi-jobber werkt.

De belangrijkste beperking is dat je minstens 80 % elders tewerkgesteld moet zijn en dat al minstens drie kwartalen. Die verplichting geldt uiteraard niet voor gepensioneerden, die sinds 2018 ook kunnen flexi-jobben. Het aantal gepensioneerden in het statuut groeide snel: van 3.453 in 2018 tot 11.819 in 2021.